Architecton

Victor Kossakovsky

Op water na is beton het meest gebruikte materiaal ter wereld, zo stelt Viktor Kossakovsky in Architecton. Met die constatering laat hij dit slot van zijn ‘A-trilogie’ conceptueel aansluiten bij het tweede deel, waterdocumentaire Aquarela (2018) dat op zijn beurt volgde op ¡Vivan las antipodas! (2011).

Beeldend verbindt hij de films met slowmotion-opnames waarin vallende rotsblokken en stenen als rivieren lijken te stromen. Begeleid door de score van componist Evgueni Galperine, geven ze deze visuele symfonie over de bouwmaterialen beton en steen een hypnotiserende kracht. Kossakovsky gaat van de tempelruïnes van Baal naar door het Russische leger gebombardeerde Oekraïense gebouwen, en van door aardbevingen verwoeste huizen in Turkije naar steengroeves waar met grof geweld bouwmateriaal wordt gedolven.

Zijn historische reflectie op constructie en destructie is gecentreerd rond een landschapsproject van de Italiaanse architect Michele De Lucchi die, in protest tegen het onstandvastige moderne bouwen en als les in bescheidenheid tegenover de natuur, in zijn tuin een ‘magische cirkel’ creëert waarin mensen geen stap mogen zetten.

 

Concrete is the most widely used material in the world after water, according to Viktor Kossakovsky in Architecton. This observation conceptually links this third part of his ‘A-trilogy’ to the second part, the water documentary Aquarela (2018), which was in turn the sequel to ¡Vivan las antipodas! (2011).

The connection is also made visually, with slow-motion shots in which falling boulders and stones seem to flow like rivers. Accompanied by a score by composer Evgueni Galperine, this gives the visual symphony about concrete and stone a hypnotic power. Kossakovsky moves from the ruins of the temples of Baal to Ukrainian buildings bombed by the Russian army, from houses destroyed by earthquakes in Turkey to quarries where building materials are extracted with brute force.

His historical reflection on construction and destruction centers on a landscape project by the Italian architect Michele De Lucchi who, in protest against the transience of modern construction and as a lesson in modesty in our relationship with nature, creates a ‘magic circle’ in his garden, where humans are forbidden to set foot.

vr 22 nov
  • 19:00
Kaarten
€ 12
  • filmspecial
Duitsland, Frankrijk, Verenigde Staten
2024
99’
Italiaans, Engels gesproken
Engels ondertiteld

Op water na is beton het meest gebruikte materiaal ter wereld, zo stelt Viktor Kossakovsky in Architecton. Met die constatering laat hij dit slot van zijn ‘A-trilogie’ conceptueel aansluiten bij het tweede deel, waterdocumentaire Aquarela (2018) dat op zijn beurt volgde op ¡Vivan las antipodas! (2011).

Beeldend verbindt hij de films met slowmotion-opnames waarin vallende rotsblokken en stenen als rivieren lijken te stromen. Begeleid door de score van componist Evgueni Galperine, geven ze deze visuele symfonie over de bouwmaterialen beton en steen een hypnotiserende kracht. Kossakovsky gaat van de tempelruïnes van Baal naar door het Russische leger gebombardeerde Oekraïense gebouwen, en van door aardbevingen verwoeste huizen in Turkije naar steengroeves waar met grof geweld bouwmateriaal wordt gedolven.

Zijn historische reflectie op constructie en destructie is gecentreerd rond een landschapsproject van de Italiaanse architect Michele De Lucchi die, in protest tegen het onstandvastige moderne bouwen en als les in bescheidenheid tegenover de natuur, in zijn tuin een ‘magische cirkel’ creëert waarin mensen geen stap mogen zetten.

 

Concrete is the most widely used material in the world after water, according to Viktor Kossakovsky in Architecton. This observation conceptually links this third part of his ‘A-trilogy’ to the second part, the water documentary Aquarela (2018), which was in turn the sequel to ¡Vivan las antipodas! (2011).

The connection is also made visually, with slow-motion shots in which falling boulders and stones seem to flow like rivers. Accompanied by a score by composer Evgueni Galperine, this gives the visual symphony about concrete and stone a hypnotic power. Kossakovsky moves from the ruins of the temples of Baal to Ukrainian buildings bombed by the Russian army, from houses destroyed by earthquakes in Turkey to quarries where building materials are extracted with brute force.

His historical reflection on construction and destruction centers on a landscape project by the Italian architect Michele De Lucchi who, in protest against the transience of modern construction and as a lesson in modesty in our relationship with nature, creates a ‘magic circle’ in his garden, where humans are forbidden to set foot.