Een kano naar zee
Op woensdag 2 april vindt de première van Een kano naar zee plaats in LantarenVenster met na afloop van de voorstelling een nagesprek met regisseur André van der Hout.
Een kano naar zee is een ode aan de helden die de Rotterdamse haven gemaakt hebben tot wat die is. En tegelijkertijd een afrekening. De toekomstdroom van groot groter grootst is hoe langer hoe meer in een nachtmerrie veranderd. Kunnen we in de zoektocht naar een leefbare rivierdelta desondanks nog iets leren van die verhalen over wording en verwording van de Rotterdamse haven?
Aan de hand van de levens van twee ‘havenbaronnen’, D.G. van Beuningen die vanaf 1900 zijn kolenimperium in de Maasstad vestigde en Frans Posthuma die na de tweede wereldoorlog de ene na de andere oliereus naar Rotterdam wist te lokken, reconstrueert André van der Hout hoe stad en haven ten diepste vervlochten zijn geraakt met de fossiele industrie. Alleen had niemand de bijsluiter gelezen van het groeihormoon dat ze de stad de afgelopen eeuw hebben toegediend. Dus nu zitten we ermee: een haven in de wurggreep van kolen- en oliebelangen. Nietsche zei het al: “Alles wat zal worden, sleept wat geweest is met zich mee“.
Het was D.G. van Beuningen zelf, die als jongen met een kano de zee opvoer. In een eeuw tijd is die kano eerst veranderd in een Rijnaak met kolen vervolgens in een mammoettanker met ruwe olie om voorlopig te eindigen in een nog veel groter containerschip dat als boegbeeld van de globale economie de Nieuwe Waterweg op koerst. Is er voor de Maas-Rijndelta ook een kleinere toekomst denkbaar en moeten we om vrij te kunnen denken het politiek-economische domein niet verlaten en aanknopingspunten zoeken in muziek en landschap? En wellicht de helden van de vooruitgang inruilen voor een dichter in een kano.
- 19:45
- alle vertoningen
Kies tijdstip
- Film
Op woensdag 2 april vindt de première van Een kano naar zee plaats in LantarenVenster met na afloop van de voorstelling een nagesprek met regisseur André van der Hout.
Een kano naar zee is een ode aan de helden die de Rotterdamse haven gemaakt hebben tot wat die is. En tegelijkertijd een afrekening. De toekomstdroom van groot groter grootst is hoe langer hoe meer in een nachtmerrie veranderd. Kunnen we in de zoektocht naar een leefbare rivierdelta desondanks nog iets leren van die verhalen over wording en verwording van de Rotterdamse haven?
Aan de hand van de levens van twee ‘havenbaronnen’, D.G. van Beuningen die vanaf 1900 zijn kolenimperium in de Maasstad vestigde en Frans Posthuma die na de tweede wereldoorlog de ene na de andere oliereus naar Rotterdam wist te lokken, reconstrueert André van der Hout hoe stad en haven ten diepste vervlochten zijn geraakt met de fossiele industrie. Alleen had niemand de bijsluiter gelezen van het groeihormoon dat ze de stad de afgelopen eeuw hebben toegediend. Dus nu zitten we ermee: een haven in de wurggreep van kolen- en oliebelangen. Nietsche zei het al: “Alles wat zal worden, sleept wat geweest is met zich mee“.
Het was D.G. van Beuningen zelf, die als jongen met een kano de zee opvoer. In een eeuw tijd is die kano eerst veranderd in een Rijnaak met kolen vervolgens in een mammoettanker met ruwe olie om voorlopig te eindigen in een nog veel groter containerschip dat als boegbeeld van de globale economie de Nieuwe Waterweg op koerst. Is er voor de Maas-Rijndelta ook een kleinere toekomst denkbaar en moeten we om vrij te kunnen denken het politiek-economische domein niet verlaten en aanknopingspunten zoeken in muziek en landschap? En wellicht de helden van de vooruitgang inruilen voor een dichter in een kano.
Een kano naar zee stelt kritische vragen over de toekomst van de Rotterdamse haven. Op woensdag 9 april volgt er na de voorstelling van 18:45 een panelgesprek over die toekomst met onder meer Boudewijn Siemons (president-directeur van Havenbedrijf Rotterdam), Mina Morkoç (raadslid GroenLinks en oppositiewoordvoerder haven) en Lynn Vanheule (milieuactivist en onderzoeker haven). Klik hier voor kaarten.