Varda par Agnès
In haar zwanenzang Varda by Agnès schittert de aimabele “grootmoeder van de Nouvelle Vague” als vanouds. Gezeten op een theaterpodium vertelt ze over leven en werk en brengt ze aan de hand van fragmenten uit haar rijke oeuvre haar artistieke visie en ideeën voor het voetlicht. Naast haar films komen ook haar fotografische werk en haar latere ontwikkeling tot installatiekunstenaar aan bod.
Uit haar analoge periode bespreekt ze onder meer klassiekers als haar iconische debuut La pointe courte uit 1954 en de kleine bioscoophit Sans toit ni loi (Vagabond) uit de jaren tachtig. “Ik wilde er een raadsel in brengen waarvan alleen ik het geheim had,” vertelt ze over de serie tracking shots die de verschillende episoden uit die film aan elkaar verbindt. Maar aan de flop One Hundred and One Nights denkt Varda met evenveel plezier terug. In het jaar2000 begon ze te werken met een digitale camera, en ontdekte – in The Gleaners and I – dat ze daarmee nog dichter kon komen bij het onderwerp waar heel haar werk om draait: mensen.
Agnès Varda, the amiable “grandmother of the French New Wave,” is as dazzling as ever in this, her swan song. Seated on a theater stage, she talks about her life and career and uses scenes from her rich body of work to shed light on her artistic vision and ideas. In addition to her films, Varda by Agnès explores her photographic work and her later development as an installation artist.
Varda talks about classics from her analogue period, such as her iconic 1954 debut La pointe courte. And when discussing a series of tracking shots that connect various episodes in her minor box office hit Vagabond, she reveals: “I wanted to put in an enigma that only I knew the secret to.” She looks back with equal pleasure on the flop One Hundred and One Nights. In 2000, she started using a digital camera and discovered—in The Gleaners and I—that it allowed her to get even closer to the central subject of all her work: people.
In haar zwanenzang Varda by Agnès schittert de aimabele “grootmoeder van de Nouvelle Vague” als vanouds. Gezeten op een theaterpodium vertelt ze over leven en werk en brengt ze aan de hand van fragmenten uit haar rijke oeuvre haar artistieke visie en ideeën voor het voetlicht. Naast haar films komen ook haar fotografische werk en haar latere ontwikkeling tot installatiekunstenaar aan bod.
Uit haar analoge periode bespreekt ze onder meer klassiekers als haar iconische debuut La pointe courte uit 1954 en de kleine bioscoophit Sans toit ni loi (Vagabond) uit de jaren tachtig. “Ik wilde er een raadsel in brengen waarvan alleen ik het geheim had,” vertelt ze over de serie tracking shots die de verschillende episoden uit die film aan elkaar verbindt. Maar aan de flop One Hundred and One Nights denkt Varda met evenveel plezier terug. In het jaar2000 begon ze te werken met een digitale camera, en ontdekte – in The Gleaners and I – dat ze daarmee nog dichter kon komen bij het onderwerp waar heel haar werk om draait: mensen.
Agnès Varda, the amiable “grandmother of the French New Wave,” is as dazzling as ever in this, her swan song. Seated on a theater stage, she talks about her life and career and uses scenes from her rich body of work to shed light on her artistic vision and ideas. In addition to her films, Varda by Agnès explores her photographic work and her later development as an installation artist.
Varda talks about classics from her analogue period, such as her iconic 1954 debut La pointe courte. And when discussing a series of tracking shots that connect various episodes in her minor box office hit Vagabond, she reveals: “I wanted to put in an enigma that only I knew the secret to.” She looks back with equal pleasure on the flop One Hundred and One Nights. In 2000, she started using a digital camera and discovered—in The Gleaners and I—that it allowed her to get even closer to the central subject of all her work: people.